Vlaamse krachtlijnen aanpak spijbelproblematiek.

Krachtlijnen voor lokale actieplannen, opgemaakt i.s.m. parketcriminologen jeugd en gezin, de vaste Commissie van de lokale politie, het dep.ond.& vorming, het agentschap jongerenwelzijn.

De Vlaamse krachtlijnen inzake de aanpak van de spijbelproblematiek zetten de bakens uit voor de lokale spijbelactieplannen. Deze krachtlijnen verduidelijken de stappen die elke actor in de aanpak van schoolverzuim kan zetten (inhoudelijke duiding). Ten aanzien van alle partners worden hierbij minimale verwachtingen uitgewerkt. Het opzet van de gezamenlijke aanpak is ervoor te zorgen dat het leerrecht van de jongere wordt gewaarborgd en zijn latere kansen op de arbeidsmarkt worden vergroot.

Het is van belang dat elke betrokken partner kennis heeft van de bevoegdheden en grenzen van de andere actoren. Zo kan op een vlotte manier worden doorverwezen. De Vlaamse krachtlijnen inzake aanpak van de spijbelproblematiek schetsen een kader waarbinnen regionale actoren de nodige ruimte hebben om, in overleg met de relevante actoren ter plaatse en afgestemd op de lokale situatie, concrete afspraken te maken. Het kader garandeert een gelijke bejegening van spijbelaars die schoollopen in Vlaanderen en Nederlandstalige scholen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Uit het wetenschappelijk onderzoek naar de oorzaken van spijbelen in Vlaanderen , uitgevoerd in opdracht van het departement Onderwijs en Vorming, blijkt dat hardnekkige spijbelaars aangeven dat vooral de eerste directe reacties op hun spijbelgedrag door de school van belang zijn (kort op de bal spelen, afwezigheden heel goed opvolgen, onmiddellijk een begeleiding opstarten voor de leerling).

Hoe langer dit allemaal duurt, hoe meer de leerling het gevoel krijgt dat zijn spijbelgedrag zonder gevolg zal blijven, en hoe meer de band van de leerling met de school afbrokkelt. Dit terug herstellen, is erg moeilijk.

De acties van lokale actoren moeten dus op elkaar worden afgestemd en elkaar kort opvolgen. Een efficiënt, kordaat en snel optreden kan ertoe leiden dat de minderjarige weer regelmatig naar school gaat of op een andere manier aan de leerplicht voldoet, bijvoorbeeld huisonderwijs en time-out.

Doelstelling

  • Het waarborgen van het leerrecht van de jongere en zijn latere kansen op de arbeidsmarkt vergroten.

  • Het verduidelijken van de stappen die elke actor in de aanpak van schoolverzuim kan zetten.

Aanbevelingen:

  • Een goede inschatting maken van de oorzaak van het spijbelen: Deze inschatting bepaalt het verdere traject dat zal worden doorlopen.

  • De keuze van het traject gebeurt na vraagverheldering/exploratie van de problematiek door de school en het centrum voor leerlingenbegeleiding.

  • Een continue opvolging en indien nodig her inschatting van de situatie en heroriëntering van het traject.

  • De eerste opvolging van spijbelen in de scholen en door het CLB ,

  • Kort op de bal spelen voor een efficiënte aanpak van het schoolverzuim.

  • Aandacht besteden aan het preventieve luik.

Aanpak van de spijbelproblematiek - processen per actor

De school:

  • Preventie:

      • Zorgen voor een positief schoolklimaat waarin spijbelen zoveel mogelijk wordt voorkomen,

      • Goede registratie en opvolging van de afwezigheden,

      • Voldoende aandacht voor kleuterparticipatie.

  • Opvolging van de afwezigheden door de school:

      • Contact met de ouders,

      • Opmaak van een begeleidingsdossier,

      • Overleg met CLB binnen consultatieve leerlingbegeleiding/MDO,

  • Indien uit de eerste probleemverkenning van de school blijkt dat de leerling en/of de ouders nood hebben aan een hulpverlenend traject, dan schakelt de school het CLB in.

  • Samenwerken met schoolexterne initiatieven

Het centrum voor leerlingenbegeleiding:

Preventieve opdracht :

In samenwerking met PBD, de scholen bijstaan in het uitwerken van een preventief spijbelbeleid.

Begeleidende opdracht bij de problematische afwezigheden,

  • Aanmelding door de school,

  • De vraagverheldering: goed beeld krijgen van de spijbelproblematiek met als doel te komen tot acties die voor de spijbelende jongere meest aangewezen is,

  • De begeleiding: In de regelgeving is vastgelegd dat het CLB moet tussenkomen bij afwezigheidsproblemen (verplicht aanbod), maar er is niet vastgelegd wat zij dan precies moeten doen. Dit hangt ook af van casus tot casus,

  • Doorverwijzing: Als de problemen bij de leerling de draagkracht van de begeleiding door school en CLB overstijgen, neemt het CLB haar draaischijffunctie op.

De politie:

Aanmelding :

  • Door de school,

  • Via een meldingsfiche,

  • De spijbelproblematiek is te wijten aan manifeste onwil van de ouders.

Begeleidingsaanbod:

  • Gesprek met de ouders en minderjarig m.b.t. de inbreuken op de leerplicht,

  • Afspraken met ouders en minderjarige, deze kunnen de vorm aannemen van een anti-spijbelcontract,

  • De politie laat de school weten dat er een gesprek heeft plaatsgevonden.

  • (navolgend) proces-verbaal : Als het spijbelen aanhoudt.

Afspraken die kunnen gemaakt worden met de lokale politie m.b.t.

  • Een ondersteunende rol vervullen wanneer de oorzaak van het spijbelgedrag te wijten is aan onwil vanwege de minderjarige

  • Wanneer er sprake is van praktische onbereikbaarheid.

  • Het organiseren van spijbelactiedagen, Het opzet hierbij is mogelijke spijbelaars die tijdens de schooluren worden aangetroffen, aan te spreken en naar school te sturen, alsook de onderwijsinstelling en de ouders hiervan in kennis te stellen.

De gemandateerde voorziening:

  • Consultfunctie voor jeugdhulp aanbieders

  • Aanmelding via een M document.

  • Onderzoek naar:

  • de mate van verontrusting,

  • én de noodzaak om als ‘overheid’ in te grijpen op de hulpverlening ,

  • én de mogelijkheden om verder te gaan in de vrijwillige hulpverlening,

  • dan wel de noodzaak om gerechtelijke hulpverlening op te starten.

  • Begeleidingsaanbod:

      • Er is maatschappelijke noodzaak en de cliënt is bereid mee te werken: de gemandateerde voorziening volgt de hulpverlening verder mee op.

      • Er is maatschappelijke noodzaak en de cliënt is niet bereid mee te werken: de gemandateerde voorziening verwijst de situatie door naar het openbaar ministerie met het oog op gerechtelijke interventie.

      • Er is geen maatschappelijke noodzaak. In dat geval wordt het dossier door de gemandateerde voorziening afgesloten. Al dan niet na begeleide verwijzing naar andere vormen van hulp.

Openbaar ministerie:

Betrokken:

  • Na doorverwijzing door de gemandateerde voorziening,

  • Via proces-verbaal van de politie.

  • Een melding van verontrustende situatie (VOS).

  • Na een melding van absoluut schoolverzuim van het Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi).

Het parket kan:

  • Een dossier verontrustende situatie (VOS) openen voor de minderjarige.

  • Een dossier lasten de ouders aanleggen.

  • Jeugdrechter vorderen na een doorverwijzing door de gemandateerde voorziening, tenzij de voorwaarden voor een hoogdringende vordering van de Jeugdrechter zijn vervuld.

De rechtbank:

De jeugdrechtbank

  • Jeugdhulpmaatregel

  • Maatregel t.a.v. de ouders: - ontzetting uit de ouderlijke macht

  • Toezicht op de gezinsbijslag of andere sociale uitkeringen

De politierechtbank

  • Inbreuk op de leerplicht wordt bestraft met een geldboete

De correctionele rechtbank

  • kan een gevangenisstraf van 8 dagen tot 1 jaar opleggen

  • en/of een geldboete van 26 tot 1.000 euro opleggen.