Afwezig op school
Eén van de belangrijkste voorspellende factoren op vroegtijdig schoolverlaten zijn de frequente (ongeoorloofde) afwezigheden van de leerling.
De risicokenmerken op spijbelen, de sociale groepen met een verhoogd risico op deze kenmerken en vroegtijdig schoolverlaten zijn grotendeels
dezelfde. Deze gemeenschappelijkheden moeten idealiter de basis vormen van preventie en remediëring.
Afwezigheden kunnen resulteren in schoolse achterstand, een tweede belangrijke voorbode van ongekwalificeerde uitstroom.
Wanneer we het hebben over problematische afwezigheden beperken we ons vaak tot ongewettigde afwezigheden, B-codes en spijbelende jongeren..
Vertrekkende vanuit het bindingsperspectief, waarbij wordt aangenomen dat de kans op spijbelen en vroegtijdig schoolverlaten groter wordt naarmate de binding tussen de leerling en de school verzwakt, kunnen we ons de vraag stellen of we onder de noemer problematische afwezigheden ons enkel tot deze ongewettigde afwezigheden en doelgroep kunnen beperken.
We ondersteunen het belang om ook de leerlingen die geoorloofd frequent afwezig zijn mee op te nemen in een geïntegreerde aanpak om verdere schoolonthechting, en bijgevolg schoolachterstand, te vermijden.
We verruimen we de omschrijving van problematisch afwezig zijn met 'de afwezigheden die door de frequentie en de aard de schoolloopbaan van de leerling in het gedrang brengt, ongeacht de wettiging', zo komen we tot een bredere doelgroep met een meer diverse problematiek.
Uiteraard staan we stil bij de ongewettigde, spijbelende leerlingen. Maar we willen ook voldoende aandacht besteden aan de leerlingen die wegens acute of chronische ziekte, opname in een ziekenhuis , psychische kwetsbaarheid de les niet kunnen volgen gedurende een ruimere periode.
We splitsen de informatie over de doelgroepen en hun aanpak, op over een aantal sub-pagina's:
spijbelen
langdurige afwezigheid wegens ziekte
schoolweigering
Terminologie
De leerplicht
Een kind wordt leerplichtig op 1 september van het kalenderjaar dat het 5 jaar wordt.
De leerplicht loopt tot 18 jaar:
Voor jongeren die voor 1 juli 18 jaar worden, loopt de leerplicht tot de dag van hun 18de verjaardag.
Voor jongeren die na 30 juni 18 jaar worden, loopt de leerplicht tot 30 juni van het jaar waarin ze 18 worden.
Een jongere, ongeacht de leeftijd, die een diploma secundair onderwijs heeft behaald is niet langer leerplichtig.
Een jongere is deeltijds leerplichtig (of 'heeft voldaan aan de voltijdse leerplicht')
Op 15 jaar voor wie de eerste 2 leerjaren van het voltijds secundair onderwijs heeft beëindigd (geslaagd of niet);
Op 16 jaar voor wie de eerste twee leerjaren niet beëindigd heeft.
Vanaf 15 of 16 jaar kan een leerling aan de leerplicht voldoen via het stelsel van leren en werken: de leerling zal dan deeltijds les volgen en deeltijds werken.
Leerplicht is geen schoolplicht. Om aan de leerplicht te voldoen, zijn er 2 mogelijkheden:
Het kind gaat naar school,
De ouders organiseren huisonderwijs voor het kind. Dit moet vooraf schriftelijk gemeld worden aan het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming.
Uitzonderingen op de leerplicht:
Voor sommige leerplichtige kinderen is het door hun handicap onmogelijk om in een school les te volgen. Zij hebben recht op permanent onderwijs aan huis (POAH), na een gunstig advies van de onderwijsinspectie. (4 uur/week)
Aan kinderen die door een handicap onmogelijk les kunnen volgen (dus ook niet thuis), kan de onderwijsinspectie op verzoek van de ouders vrijstelling van leerplicht verlenen. Die vrijstelling kan tijdelijk of permanent zijn.
Vrijstelling van de leerplicht om andere redenen, zoals ontvoogding, huwelijk, ouderschap ..., is in geen geval mogelijk!
Kinderen zonder wettig verblijfsstatuut:
Kinderen die op het Belgisch grondgebied verblijven hebben recht op onderwijs
Kinderen met een andere nationaliteit zijn leerplichtig vanaf de 60ste dag na hun inschrijving in het vreemdelingenregister, het wachtregister of het bevolkingsregister van de gemeente
Kinderen van ouders zonder vaste verblijfplaats:
Kinderen van binnenschippers, kermis- en circus exploitanten en -artiesten en woonwagenbewoners zijn net als alle kinderen onderworpen aan de leerplicht zoals hierboven beschreven.
Leerlingen met een referentieadres in België, ook als ze in het buitenland verblijven, zijn eveneens onderworpen aan de leerplicht en worden als dusdanig opgevolgd. De kinderen die hier uitgeschreven zijn, hun officiële woonplaats (domicilie) in het buitenland hebben, vallen niet meer onder de Belgische leerplicht.
Kinderen in het lager onderwijs kunnen onder bepaalde voorwaarden mee op verplaatsingen. De thuisschool zorgt dan voor onderwijs op afstand. Daarrond moeten vooraf afspraken gemaakt worden met de school.
Woonplaats in het buitenland:
Vlaamse kinderen die in België uitgeschreven zijn en hun wettige woonplaats (domicilie) in het buitenland hebben, vallen onder de leerplicht van het land waar ze wonen.
Domicilie in België maar verblijfplaats in het buitenland:
De kinderen met officiële woonplaats (domicilie) in België, vallen niet alleen onder de wetten van het gastland maar moet ook aan de Belgische leerplicht voldoen.
De ouders zullen aantonen dat het kind voldoet aan de Belgische leerplichtwet. Afhankelijk van de vorm van onderwijs gebeurt dit:
door het overmaken van een formulier over leerplichtcontrole bij het begin van elk schooljaar, samen met het actueel attest van inschrijving in de school waar het kind les volgt, naar de cel Leerplichtcontrole van het Agentschap voor Onderwijsdiensten
door het jaarlijks indienen van een schriftelijke verklaring voor huisonderwijs bij de cel Leerplichtcontrole van het Agentschap voor Onderwijsdiensten
Schoolverzuim
Schoolverzuim is een algemene term om te benoemen dat de leerling van school afwezig is.
We onderscheiden volgende vormen van schoolverzuim:
Geoorloofd relatief schoolverzuim
van rechtswege gewettigde afwezigheden
door de school gewettigde afwezigheden
Ongeoorloofd relatief verzuim (afwezigheden die niet van rechtswege of door de school gewettigd zijn).
Absoluut schoolverzuim
Geoorloofd relatief schoolverzuim
We spreken van geoorloofd relatief schoolverzuim als de afwezigheden met de nodige verantwoordingsstukken aangetoond worden. Deze afwezigheden brengen de regelmatigheid van de leerling niet in het gedrang.
Binnen het geoorloofd relatief schoolverzuim, onderscheiden we volgende vormen:
Afwezigheid om medische reden, code Z:
Met een schriftelijke verklaring van ouders (max 3 opeenvolgende kalenderdagen, max 4 keer per jaar)
Met een medisch attest
Met een attest chronisch ziek, door de CLB-arts opgemaakt
Met een attest dat het verblijf in een type 5-school bevestigt
De ziektebriefjes van de ouders en de medische attesten liggen in de school ter inzage.
Van rechtswege gewettigde afwezigheden, code R:
Onderstaande redenen leiden tot afwezigheden, van rechtswege gewettigd als, naargelang de situatie, een verklaring van de betrokken personen of een officieel document de reden van afwezigheid opgeeft.
Het bijwonen van een begrafenis- of huwelijksplechtigheid van een bloed- of aanverwant of van een persoon die onder hetzelfde dak woont.
Het bijwonen van een familieraad.
De oproeping of dagvaarding voor een rechtbank.
De onbereikbaarheid of ontoegankelijkheid van de school door overmacht.
Het onderworpen zijn aan maatregelen opgelegd in het kader van de bijzondere jeugdzorg of de jeugdbescherming.
Het beleven van de feestdagen die inherent zijn aan de door de Grondwet erkende levensbeschouwelijke overtuiging van de leerling, overtuiging die door de school moet worden gerespecteerd.
Het afleggen van proeven (niet: de voorbereiding op deze proeven) voor de examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap voor het voltijds secundair onderwijs.
Het deelnemen door leerlingen die zetelen in de raad van bestuur en de algemene vergadering van de Vlaamse scholierenkoepel vzw. aan activiteiten van deze raad of vergadering.
Afwezigheid vanwege schorsing of uitsluiting bij schending van leefregels, indien leerling niet op school wordt verwacht
(enkel BaO) Deelname als topsportbelofte aan sportieve manifestaties in het kader van een individuele selectie of lidmaatschap van een vereniging
Afwezigheid vanwege topsportconvenant in het voltijds secundair onderwijs.
(enkel SO) Topkunstenstatuut
Afwezigheid in een structuuronderdeel van het studiegebied ballet van het voltijds secundair onderwijs.
(enkel SO) Moederschapsverlof
Vaccinatie tegen COVID-19
Alle (halve) dagen waarin er een compensatierust wordt toegekend aan leerlingen die op zaterdag aanwezig zijn op de werkplek. (Leren en werken)
Door de school gewettigde afwezigheden (P-code):
De directeur van de school kan gewettigde afwezigheden toelaten omwille van volgende redenen. De verklaringen van de ouders of andere officiële documenten ter staving, liggen in de school ter inzage.
Alle vormen van opvang en begeleiding van leerlingen die wegens pedagogische, sociale of persoonlijke redenen tijdelijk de lessen niet kunnen bijwonen, bv. time-out, zorgboerderij, …
Afwezigheid wegens revalidatie in het gewoon onderwijs
Revalidatie tijdens de lestijden voor buitengewoon onderwijs BaO & SO krijgen de code H
Afwezigheden die verband houden met het gedurende een bepaalde periode van het schooljaar:
niet ingeschreven zijn in een school.
niet volgen van het lesprogramma.
Afwezigheden die verband houden met het vrijstellen van het volgen van bepaalde onderdelen van het lesprogramma:
om een bijkomende kwalificatie te behalen.
van een opleiding Se-n-Se.
waarvoor de leerling al eerder geslaagd is en de verplichte vervanging door een alternatief programma.
omwille van hoogbegaafdheid, leermoeilijkheden of leerachterstanden en de verplichte vervanging door een alternatief programma.
omwille van uitzonderlijke artistieke of sportieve talenten van de leerling.
omwille van het spreiden van een opleiding Se-n-Se over het dubbele van de gebruikelijke studieduur.
Afwezigheden die verband houden met
het aanpassen van het lesprogramma in geval van ziekte, ongeval of specifieke onderwijsbehoeften.
het spreiden van een opleiding over langer dan de gebruikelijke studieduur in geval van ziekte, ongeval of specifieke onderwijsbehoeften.
revalidatie tijdens de lesuren.
Afwezigheden die verband houden met het spreiden van een module van de opleiding verpleegkunde HBO over het dubbele van de gebruikelijke studieduur.
Individuele leerlingen die afwezig zijn wegens quarantaine,
Niet invulling werkplek-leren niet door onwil, code M
Voor leerlingen in het stelsel leren en werken kunnen volgende afwezigheden aanvaard worden
tijdens de periode tussen het sluiten van een overeenkomst en de inwerkingtreding van die overeenkomst;
tijdens een periode waarin de jongere actief solliciteert met het oog op invulling van de component werkplekleren;
tijdens de periode tussen de inschrijving (te rekenen vanaf 1 september of desgevallend later) en de screening.
Enkel geldig voor leerlingen in het duaal leren:
Alle (halve) dagen waarop de component werkplekleren niet wordt ingevuld (zelfs als op die dagen extra, d.w.z. meer dan 14u, opleiding voor die leerling wordt voorzien).
Hoewel de gedoogperiode waarbinnen de component werkplekleren tijdelijk niet wordt ingevuld, maximum 20 dagen (eventueel aangevuld met 3 situaties waarin de periode verlengd kan worden, zie omzendbrief SO/2019/01) kan bedragen, wordt bij uitzonderlijke overschrijding omwille van het niet vinden van een passend aanbod, de code M verder gebruikt.
Afwezigheid van niet-leerplichtige kleuters, code A
Ongeoorloofd relatief schoolverzuim
Onder ongeoorloofd relatief schoolverzuim begrijpen we de afwezigheden van de ingeschreven leerling die zonder reden en niet gewettigd zijn:
Afwezig wegens ziekte, gestaafd met een twijfelachtig medisch attest (Dixit-attest, Het twijfelachtig medisch attest ligt in de school ter inzage)
Op basis van het oordeel van de school kan “te laat” gelijkgesteld worden met “problematisch afwezig”.
Alle (halve) dagen waarop de leerling onwettig afwezig is in een beschikbaar aanloop component of arbeidsdeelname (Duaal leren, leren en werken)
Alle (halve) dagen waarop de component werkplekleren niet raakt ingevuld, te wijten aan manifeste onwil of tegenwerking van de leerling of zijn ouders. De code B wordt slechts gebruikt op maandag, dinsdag, woensdag, donderdag of vrijdag tijdens lesweken (d.w.z. met uitsluiting van de herfst-, Kerst-, krokus-, Paas- en zomervakanties);
Andere redenen die niet van rechtswege of door de school gewettigd kunnen worden
Alle vormen van ongeoorloofd relatief schoolverzuim noemen we spijbelen.
Luxeverzuim: de leerling blijft weg van school om buiten de schoolvakanties op reis te gaan. De ouders zijn op de hoogte en er is geen toestemming van de schooldirectie.
Incidenteel spijbelen: de leerling ‘brost’ af en toe een les.
Berekend spijbelen: de leerling slaat systematisch theorievakken over, is steeds bij dezelfde leraar afwezig, blijft altijd hetzelfde lesuur weg ...
Periodiek spijbelen: de leerling spijbelt gedurende een periode, en dat herhaalt zich regelmatig.
Permanent spijbelen: de leerling gaat helemaal niet naar school, hoewel hij ingeschreven is.
Het spijbelen kan zich in verschillende gedragingen uiten, nl.
Thuisblijvers: jongeren die grotendeels thuis spijbelen in hun eentje. De ouders zijn hiervan vaak op de hoogte.
Traditionele spijbelaars: jongeren die bijna nooit thuis spijbelen. Ze spijbelen in groep. Ze beslissen dat vaak op de dag zelf. Dit gebeurt vaak buiten het medeweten van de ouders
Ouder gedoogde sociale spijbelaars: jongeren die vaak in groep spijbelen, even vaak thuis als op andere locaties. De ouders zijn vaak op de hoogte.
Ouder-gemotiveerde afwezigheid,
Wanneer ouders vanuit eigen overweging het kind thuishouden, spreken we van schoolonthouding (schoolwithdrawal). Dit kan vanuit economische overweging of vanuit een eigen al dan niet psychiatrische problematiek. Sommige ouders zijn angstig en willen hun kroost beschermen tegen een onveilige buitenwereld. Vechtscheidingen kunnen ook een aanleiding zijn of ouders kunnen op een moeilijk te verantwoorden wijze kiezen voor thuisonderwijs.
Bij de kind-gemotiveerde afwezigheid kan het gaan over spijbelen, schoolweigering, schoolfobie of school drop-out. Dit laatste staat voor vroegtijdig schoolverlaten, nog voor een diploma behaald is.
Als ouders wel inspanningen leveren om hun kind naar school te laten gaan, maar daar niet in slagen, spreken we over onmacht van de ouders. Die ouders kunnen ondersteuning en begeleiding krijgen van de school en het CLB. Ook leerlingen kunnen soms niets aan hun spijbelgedrag doen, bijvoorbeeld omdat de ouders hen verplichten om te gaan werken of te helpen in het huishouden.
Regelmatig aanwezig zijn op school is een voorwaarde om in aanmerking te komen voor een schooltoelage.
Absoluut schoolverzuim
Onder absoluut schoolverzuim vallen de leerplichtige leerlingen die niet in een school ingeschreven zijn en die geen huisonderwijs volgen. Deze leerlingen voldoen niet aan de leerplichtwet.
Schoolweigering
Schoolweigering is een vorm van schoolafwezigheid. Kenmerkend bij schoolweigering is de grote emotionele onrust die de leerling ervaart bij het vooruitzicht naar school te moeten gaan. Het is een veelzijdige problematiek met gevolgen op persoonlijk en sociaal vlak.
Het vooruitzicht om naar school te gaan brengt (of bracht in het verleden) grote emotionele onrust te weeg. Deze emotionele onrust of gevoelens van angst kunnen zich op verschillende momenten manifesteren, nl. voordat de leerling naar school moet, maar ook op weg naar school of bij het betreden van de school kunnen deze emoties de leerling parten spelen. Sommige leerlingen weigeren te vertrekken, andere leerlingen keren onderweg terug naar huis. Soms zijn ze aanwezig op school maar heeft dit hen ontzettend veel moeite en energie gekost.
De leerling dreigt in een vermijdingspatroon te vervallen dat kan resulteren tot een deels of volledige afwezigheid. Daarnaast kan de onrust en de weigering zich uitbreiden op andere domeinen (bv. vrije tijd).
Schoolweigering kan zich heel plots of gradueel ontwikkelen tot een moment waarbij de schoolweigering ten volle tot uiting komt. De weigering kan voorafgegaan worden door bv. een schoolafwezigheid omwille van ziekte, een gebeurtenis in de omgeving, maar is geen voorwaarde. Schoolweigering kan ook kaderen binnen een psychiatrische problematiek of ontwikkelingsstoornis (ADHD, PTST, ASS, angststoornis,) De gevoelens van angst kunnen betrekking hebben op alles wat met school te maken heeft, zowel sociaal als prestatiegericht.
De emotionele onrust bij het vooruitzicht naar school te moeten gaan, vertaalt zich in klachten. Deze klachten verminderen/verdwijnen wanneer de leerling thuis mag blijven. De manier waarop de angst tot uiting komt is heel divers:
Lichamelijke klachten: buikpijn, hoofdpijn, misselijkheid, ...
Angst kan zich manifesteren in paniek, met heftige emoties en lichamelijke klachten (bv. hyperventilatie). Paniekaanvallen hebben een ingrijpende impact op kind en context, met een risico tot het ontwikkelen van angst voor de paniek, i.e. anticipatieangst, wat de situatie nog complexer maakt.
Mogelijks hevig verzet bij verdere aandrang tot schoollopen
Mentale klachten: een negatieve en gelaten stemming, lusteloosheid, zich futloos voelen, het gevoel ‘op’ te zijn, sociaal isolement.
Er is geen sluitende verklaring op dit onrustige moment waarom deze jongere niet naar school kan, zeker niet bij aanvang van de problematiek. Zoeken naar en kennen van de oorzaak van het probleem is hierdoor niet vanzelfsprekend, en net daarom niet noodzakelijk om aan de slag te kunnen gaan met de jongere/het gezin. (h)Erkennen dat de jongere/het gezin het moeilijk heeft, door bijvoorbeeld het animatiefilmpje ‘De school is niet mijn vijand’ te laten zien, zorgt voor begrip van beide kanten en is de basis voor verdere zorg en begeleiding.
De leerling is overwegend thuis en de ouders zijn over het algemeen op de hoogte van de (aanhoudende) tegenzin of weigering om naar school te gaan of te blijven. Er is sprake van een complexe relationele dynamiek tussen ouder en kind binnen de context van schoolweigering. De ouders willen enerzijds dat hun kind naar school gaat om o.a. te voldoen aan de leerplicht maar gaan anderzijds het kind vaak in bescherming nemen tegen reacties en/of onbegrip van de omgeving. Daarnaast spelen gevoelens van onmacht en schaamte omdat ze er niet in slagen hun kind op school te krijgen. De emotionele onrust die zich kan vertalen in angst en paniekaanvallen hebben een ingrijpende impact op het kind en de context wat het beschermingsmechanisme enkel versterkt en moeilijk te doorbreken is.
De leerling en de ouders hebben/hadden (initieel) de (onderliggende) wil om naar school te gaan maar het lukt niet. Naast de ‘wil’ om naar school te gaan is/was er vaak ook de wil om met schoolse inhouden bezig te zijn. Desondanks slaagt de leerling er niet in de angst te overstijgen. Er is sprake van een onvermogen dat te groot is om dit te doen. Dit onvermogen kan zich op termijn vertalen in een aversie tegenover alles wat met school te maken heeft, inclusief de schoolse inhouden. Waar de schoolweigeraar er eerder niet voor gekozen heeft om niet naar school te gaan, kan dit evolueren naar een bewuste schoolweigering gevoed door negatieve ervaringen. Wanneer de elementen van schoolweigering door de jaren heen dermate afgezwakt zijn en er in de plaats gelatenheid of passiviteit optreedt, wordt dit door de omgeving vaak onterecht gepercipieerd als spijbelen.
Er is geen sprake van ernstig antisociaal gedrag zoals stelen of vandalisme buiten de weerstand van de jongere tegen de pogingen om naar school te gaan
Onderscheid met schoolfobie: Bij wat doorgaans als een fobie beschouwd wordt, zal de angst eerder escaleren in de aanwezigheid van het te vrezen object of situatie (in dit geval de school). De angst blijft aanwezig zolang het te vrezen object of situatie in de nabijheid is. Eens de schoolweigeraar daarentegen op school aanwezig is, vermindert of stopt vaak de emotionele ontreddering. Dit neemt niet weg dat de weigering (onrust) de dag erop zich opnieuw kan voordoen.
Onderscheid met spijbelen:
Spijbelen wordt vaak geassocieerd met antisociaal gedrag.
De emotionele onrust m.b.t. de school ontbreekt bij spijbelen. Vooral bij aanvang van de schoolweigeringsproblematiek, waar de emotionele onrust duidelijk aanwezig is, is het onderscheid tussen spijbelen en schoolweigering duidelijk.
De ouders zijn vaak niet op de hoogte van het schoolverzuim.
Tijdens de afwezigheid op school kan de spijbelaar ook buitenshuis vertoeven.
School weigerende leerlingen zijn vaak leerlingen met een hoog streefniveau en een goede werkhouding, waarbij ouders waarde hechten aan het naar school gaan om later een opleiding te kunnen volgen. Bij spijbelen zien we leerlingen die meestal niet gemotiveerd zijn voor schoolse zaken en de ouders het belang van naar schoolgaan veelal niet of nauwelijks ondersteunen
School weigerende leerlingen hebben een heel sterke band met hun ouders.
Afwezigheden in cijfers